Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Meerjarenraming inkomsten 2025-2029 met percentage kostendekking:
In deze paragraaf wordt weergegeven op welke wijze wij invulling geven aan de uitgangspunten genoemd in het coalitieakkoord, perspectiefnota en aanverwante beleidsnotities. In bepaalde gevallen wijken wij daarvan af in verband met nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op de kosten- en de inkomstenramingen. In dat geval benoemen wij de afwijkingen.

De oplopende inflatie en energieprijzen en kosten van levensonderhoud hebben invloed op de ruimte in de te besteden gelden van de inwoners. Op dit moment is er geen directe aanleiding om gevolgen te kunnen verbinden aan openstaande vorderingen. Uit de belastingverordeningen volgt overigens of er belasting is verschuldigd. Een “crisissituatie” is hierop niet van invloed. Wel kan er een groter deel van de belastingen oninbaar verklaard gaan worden en kan het totaalbedrag aan kwijtschelding hoger uitvallen dan geraamd.

De invoering van de Omgevingswet is van kracht geworden per 1 januari 2024. De gevolgen van de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden gemonitord om de effecten te kunnen meten. De resultaten worden in een afzonderlijk voorstel gedeeld. Het resultaat zal een beeld vormen om de huidige dienstverlening en de kostencomponent inzichtelijk te maken.

In het coalitieakkoord is besloten tot verruiming van de termijnen automatische incasso. Vanaf 2023 zijn de termijnen aangepast naar twaalf maanden. Burgers hebben de keus tot de afgifte van een automatische incasso en beschikken hierbij over twaalf maandelijkse termijnen om hun betalingsverplichting te voldoen.

Bedragen x € 1.000

Lokale heffingen

Rekening 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

MJB 2026

MJB 2027

MJB 2028

Forensenbelasting

1.516

1.664

1.664

1.664

1.664

1.664

Onroerende zaakbelasting eigenaren

10.194

10.563

11.039

11.486

11.890

12.335

Onroerende zaakbelasting gebruikers

1.707

1.879

1.989

2.081

2.187

2.269

Toeristenbelasting

1.242

960

1.700

1.700

1.700

1.700

Totaal Belastingen

14.660

15.066

16.392

16.931

17.441

17.968

Rioolheffing

5.272

5.248

5.648

5.648

5.648

5.648

Afvalstoffenheffing

5.922

6.192

6.384

6.384

6.784

6.784

Reinigingsrecht

150

160

160

160

160

160

Totaal Heffingen

11.344

11.600

12.192

12.192

12.592

12.592

Bedrijveninvesteringszone (BIZ)

78

90

175

175

175

85

Begraafrechten

470

424

454

454

454

454

Brug- en sluisgelden

292

387

389

389

389

389

Havengelden

343

245

265

265

265

265

Leges Burgerzaken

612

478

478

478

478

478

Leges omgevingsdiensten

1.227

1.338

1.338

1.369

1.369

1.369

Leges Openbare ruimte

409

222

222

222

222

222

Leges overige diensten EDR

36

36

36

36

36

36

Marktgelden

21

51

51

51

51

51

Precariobelasting

93

88

92

92

92

92

Veergelden

83

83

86

86

86

86

Totaal Leges en rechten

3.666

3.442

3.586

3.617

3.617

3.527

Kwijtschelding

-275

-349

-349

-349

-349

-349

Totaal Kwijtscheldingen

-275

-349

-349

-349

-349

-349

Totaal belastingen

29.395

29.759

31.821

32.391

33.301

33.738

Belastingen
De inkomsten uit een belasting (onroerende zaakbelastingen, precario-, toeristen- en forensenbelasting) zijn vrij besteedbaar. Voor uw raad zijn deze belastingen een instrument om middelen aan te wenden voor bestuurlijke ambities. Erg geldt geen wettelijke restrictie met betrekking bij de bepaling van het tarief enkel een morele en maatschappelijke norm. Deze paragraaf geeft ook inzicht in de kostentoerekeningen (heffingen en rechten) van onze diensten die via belastingen worden betaald. Deze diensten kunnen slechts tegen de kostprijs worden aangeboden. Winst maken op onze diensten is wettelijk niet toegestaan.

  • Onroerende zaakbelastingen (OZB)

De gemeenteraad is bevoegd de OZB vrij te verhogen of te verlagen. De in het verleden bestaande landelijke macronorm is afgeschaft. De toename in de opbrengst OZB bestaat voor € 408.000 uit inflatie- en loonontwikkeling en € 70.000 voor uitbreiding van het vastgoed-areaal (nieuwbouw minus sloop). De OZB-opbrengst stijgt na correctie van het areaal met circa 3,8% en bedraagt in totaal € 478.000 ten opzichte van het jaar 2024.

Maatstaaf WOZ-waarde
Voor het bepalen van de tarieven van de OZB is de totale heffingsgrondslag bepalend. De grondslag is de totale waarde van alle onroerende zaken gelegen in de gemeente naar de waardepeildatum 1 januari 2024. De waardebepaling van het totale onroerend goed voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) vindt plaats in oktober. Uit een eerder door het CBS gepubliceerd bericht blijkt dat een koopwoning in januari 2024 landelijk gemiddeld 3% duurder was dan een koopwoning in januari 2023. Uit voorlopige prognoses met betrekking tot de waardebepaling voor belastingjaar 2024 verwachten wij een gemiddelde stijging van de WOZ-waarde van 7%. De gemiddelde woningwaarde in het noorden van Nederland ligt beduidend lager dan in de overige delen van Nederland. In de  woningmarkt is de vraag naar koopwoningen nog steeds groter dan het aanbod. Dit verklaard mede dat in de noordelijke regio van Nederland een hogere gemiddelde waardestijging waarneembaar is. Bij de bepaling van de tarieven onroerende zaakbelastingen is het percentage van 7% als uitgangspunt genomen.

De grafiek geeft de waardeontwikkeling van het onroerend goed in onze gemeente over de afgelopen periode sinds 2015 weer. De OZB-tarieven worden verlaagd met het gemiddelde stijgingspercentage van de woningen respectievelijk de niet-woningen of verhoogd bij een gemiddelde daling van het onroerend goed. Dit principe is gebaseerd op basis van het uitgangspunt van communicerende vaten. Aansluitend vindt de doorrekening van het  inflatiecijfer plaats en besluitvorming tot verdere budgetaanpassing.

De verwachte heffingsgrondslag bedraagt voor het belastingjaar 2025 ruim 9 miljard. Het onroerend goed dat bestemd is om in te wonen stijgt ongeveer met 7%. De heffingsgrondslag van bedrijfspanden stijgt op basis van voorlopige prognoses ongeveer met bijna 2 %. Op een deel van het bedrijfspanden wordt jaarlijks afgeschreven op basis van technische en functionele veroudering. Wij verwijzen u naar de grafiek. Het merendeel van de totale opbrengst OZB wordt opgebracht door de eigenaren van de woningen.

Wet Waardering onroerende zaken (Wet WOZ)
De WOZ-waarde wordt gebruikt als grondslag voor de gemeentelijke onroerende zaakbelastingen (OZB), de forensenbelasting en de BIZ-heffing. De Belastingdienst en de waterschappen gebruiken de WOZ-waarde voor de inkomsten- vermogensbelasting en Waterschapheffingen. Op basis van de wet- en regelgeving wordt jaarlijks gecontroleerd op de uitvoering van de taxaties door de Waarderingskamer. De Waarderingskamer heeft periodiek contact met gemeenten over de voortgang en kwaliteit van de werkzaamheden en verricht hiertoe onderzoek. De resultaten worden gepubliceerd op het internet. In de afgelopen jaren heeft de gemeente De Fryske Marren het predicaat zeer goed mogen ontvangen. De inspanningsverplichting is erop gericht om dit te behouden.  

Steeds vaker maken woningeigenaren bezwaar tegen de WOZ-waarde via no-cure-no-pay bureaus. Dat is voor de eigenaren gratis. Is een bezwaar gegrond dan kan er in bepaalde gevallen een onkostenvergoeding verschuldigd zijn. Er zijn bezwaarmakers die ieder jaar via een ander bureau opnieuw de juistheid van de WOZ-waarde bestrijden. Via direct contact met de burger en het kosteloos beschikbaar stellen van een taxatieverslag wordt in een groot aantal situaties een bezwaar via een no-cure-no-pay bureau voorkomen. Dit levert een aanzienlijke kostenbesparing op in tijd en geld.

  • BIZ-heffing

Op verzoek van de winkeliers Joure en Lemmer is er een bedrijven investeringszone in het leven geroepen. Via een BIZ-heffing betalen aangesloten winkeliers een extra belasting. Via een subsidie keren wij deze belastingopbrengst uit aan de winkeliersvereniging. De BIZ-heffing- Joure is op verzoek van de winkeliersvereniging verlengd voor een periode van vijf jaar. De BIZ-heffing-Lemmer is vanaf 2024 geldig. De aangesloten winkeliers betalen een extra heffing op de onroerende-zaakbelastingen die wordt uitgekeerd aan de vereniging van winkeliers. Begrotingstechnisch heeft dit geen invloed op het resultaat van de vast te stellen begroting 2024. De opbrengst wordt geraamd op € 70.000 voor Joure en € 85.000 voor Lemmer

  • Forensenbelasting

De tarieven forensenbelasting worden vanaf 2021, op basis van het aangenomen amendement, verhoogd met het inflatiecijfer. In 2025 bedraagt het inflatiecijfer 4,15%. Met de beschikbare middelen kan het ingezette recreatievriendelijk beleid worden doorgezet en nader worden versterkt. Overeenkomstig het aangenomen amendement is in 2024 het maximale tarief verhoogd naar € 1050,-. Overeenkomstig het ingezet beleid zijn de tarieven 2025 aangepast. Om het effect van stijgende woningprijzen te compenseren kan het variabele tarief van de forensenbelasting met het gemiddelde percentage van 2,85% worden verlaagd.

  • Toeristenbelasting

De ondernemers die tegen een geldelijke vergoeding verblijf aanbieden aan niet-ingezetenen van de gemeente dragen de ontvangen toeristenbelasting af aan de gemeente. Zij zijn gerechtigd de belasting te verhalen op de toeristen. Naast het verblijf van toeristen voor recreatieve doeleinden betalen ook arbeidsmigranten, als zij geen ingezetenen zijn van de gemeente, toeristenbelasting. Conform besluitvorming is het tarief met ingang van 2025 aangepast van € 1,20 naar € 2,00.

De opbrengst kan opgedeeld worden in een vast en een variabel deel. Het vaste deel van de toeristenbelasting wordt opgebracht door forfaitaire bedragen bij de vaste stand- en ligplaatsen bij recreatieterreinen of schiphuizen. Het variabele deel (⅔ deel) van de opbrengst is afhankelijk van het daadwerkelijke verblijf van toeristen.

  • Precariobelasting

Het tarief voor het innemen van gemeentegrond voor het stallen van terrassen blijft ongewijzigd. Een terrashouder is vrijgesteld van heffing als in een huurovereenkomst met de gemeente de ondergrond van het terras onderdeel is van de huursom. Het tarief bedraagt € 27,50 per m2 ingenomen ruimte. Verder heffen wij een belasting op tijdelijk grondgebruik (standplaatsen) voor verkoop van marktwaren en uitstallingen.

Heffingen en rechten
De activiteiten waarvan de kosten via een heffing of een recht worden verhaald, staan op een taakveld. Alle toerekenbare (directe) verhaalbare kosten worden toegerekend. Daarbovenop is het toegestaan om volgens de kostenplaatsmethode een deel van de overheadkosten toe te rekenen. Het meerjarenperspectief geeft per heffing of vergunningstelsel (legesverordening) inzage in de mate van kostendekkendheid. In de bijlage zijn de kosten van de activiteiten meer gedetailleerd onderverdeeld naar kostensoorten.

Algemene beleidsuitgangspunten:

Onderwerp

Beleid

Beleid, bezwaar en handhaving

De kosten van deze werkzaamheden zijn wettelijk niet verhaalbaar en daarom niet toegerekend

Batig saldo

De boven de raming ontvangen inkomsten vloeien terug naar de belastingplichtige

  • Rioolheffing

De kostenraming is gebaseerd op het water en rioleringsprogramma. Ieder jaar worden deze kosten geïndexeerd en worden loonstijging en inflatie wel doorbelast via de rioolheffing om te kunnen voldoen aan het uitgangspunt van kostendekkende tarieven. Voor 2025 wordt het tarief gewijzigd naar aanleiding van de toename in de personeelskosten en inhuur personeel. worden vastgesteld door een dotatie uit de voorziening van € 460.000 en doorrekening structurele lagere lasten en personele inzet voor de komende jaren. Hiermee wordt de inflatie alsmede loonkostenstijging volledig afgedekt.

Onderwerp

Beleid

Veegkosten

Een deel van de veegkosten zijn toegerekend aan het taakveld riolering omdat waterafvoer in de straten in het stedelijke gebied is geborgd bij zware regenbuien. Het overige deel van de kosten betalen we via de afvalstoffenheffing en uit de algemene middelen

Heffingskosten

15% van de heffingskosten (urenraming) is toe te rekenen

Baggeren en hekkelen

Overeenkomstig het vGRP (zie ook bij lig- en havengelden)

Uitbreidingsinvesteringen

Niet toegerekend, de kosten kunnen via activering en afschrijving worden bekostigd

  • Afvalstoffenheffing

Bijna alle kosten van het taakveld afval (inzameling) zijn toe te rekenen. Slechts een klein deel zijn wettelijk niet toerekenbaar. Dit zijn kosten van beleid, bezwaar en handhaving. De kosten voor 2025 nemen toe als gevolg van de doorrekening van de inflatie en loonkosten. Om de norm van kostendekkende tarieven na te streven worden de tarieven met gemiddeld 5,1% verhoogd.

Beleidsuitgangspunten afvalstoffenheffing:

Onderwerp

Beleid

Veegkosten

Een deel van de veegkosten zijn toegerekend aan het taakveld afval omdat een deel van het zwerfafval is toe te rekenen tot de taak van afvalinzameling.

Het overige deel van de kosten betalen we via de rioolheffing en uit de algemene middelen

Heffingskosten

20% van de heffingskosten (urenraming) is toe te rekenen

Containers voor medicijnen

Correctie door kosten van gratis beschikbaar gestelde containers voor medicinale doeleinden

  • Reinigingsrechten

We bieden bedrijven de mogelijkheid om hun afval via onze afvalvoorzieningen af te voeren. Dit is echter geen wettelijke taak maar een dienst voor bedrijven waarvan gebruik kan worden gemaakt. Uit de Wet Markt en Overheid volgt dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. We concurreren met onze dienstverlening met andere private bedrijven die ook bedrijfsafval inzamelen.

Het tarief dient te worden verhoogd 7% op basis van de doorrekening van de inflatie en personeelskosten. Over de reinigingsrechten wordt btw in rekening gebracht omdat de gemeente voor het ophalen van bedrijfsafval als ondernemer wordt beschouwd. De in rekening gebrachte btw dragen we af. Het btw-compensatiefonds is niet van toepassing zodat we het verschil van € 13.000 tussen de af te dragen btw van € 30.000 en de te betalen btw van € 17.000 moeten doorberekenen om geen concurrentievervalsing met private partijen teweeg te brengen en de kostendekkendheid op de juiste voet te berekenen.

Beleidsuitgangspunten reinigingsrechten:

Onderwerp

Beleid

Btw

De omzetbelasting zijn volgens de belastingrechter kosten die zijn toe te rekenen. De vuilnisauto wordt gebruikt voor de inzameling van be- drijfsafval. Een deel van de btw wordt naar verhouding doorberekend

Milieuterreinen

Bedrijfsafval wordt niet geaccepteerd op de milieuterreinen, daarom zijn er geen kosten van het milieuterrein toegerekend

Heffingskosten

1% van de heffingskosten (urenraming) is toe te rekenen

  • Lijkbezorgingsrechten

Ons beleid om tot meer kostendekkende tarieven te komen is gebaseerd op de notitie ’15 Locaties om te gedenken’. De tarieven worden in 2024 met het inflatiecijfer verhoogd. Ruim 50% van de kosten worden nu verhaald op de aanvragers van deze diensten. Het grafrecht wordt in de regel afgekocht voor een bepaalde periode. De ontvangen afkoopsom is voor de gemeente een verplichting om het graf gedurende de periode ter beschikking te stellen. Aangezien de inkomsten en de kosten van onderhoud niet in hetzelfde (belasting)jaar vallen volgt uit de BBV dat de kosten- en de inkomstenraming volgens het matchingprincipe moet worden verwerkt. Dit zou via een voorziening moeten gebeuren. In de praktijk is deze werkwijze zeer bewerkelijk zodat deze door ons en andere gemeentes niet wordt toegepast.

  • Precariorechten

Is een terras op eigen grond gelegen en is deze grond een openbaar gebied waarvoor de gemeente kosten maakt dan worden deze kosten verhaald via de precariorechten. Alleen de verhaalbare kosten zijn toegerekend. De kosten van deze activiteit zijn ondergebracht bij het taakveld overige baten en lasten. Het tarief is gelijk aan het tarief van de precariobelasting.

  • Leges

De inwerkingtreding van de omgevingswet is met ingang van 2024 van kracht geworden. Dit betekent dat in 2024 wordt gemonitord hoe de gewijzigde regelgeving in de uitvoering alsmede kosten en baten uitwerking zal hebben. In de huidige uitwerking is rekening gehouden met doorrekening van het inflatiepercentage in de tarieven. Daar staat tegenover dat milieu- en vooroverlegkosten als leges kunnen worden geheven.

De activiteiten voor het verrichten van diensten die vallen onder de Europese dienstenverlening (titel 3) zijn per vergunningstelsel niet volledig kostendekkend.

Onderwerp

Beleid

Naturalisatiekosten (titel 1)

Niet toegerekend, kosten zijn wettelijk niet verhaalbaar. De gemeente vervult een kasfunctie. De baten zijn apart in de bijlage benoemd

Ambtshalve vergunning (titel 2)

Niet toegerekend, er is geen sprake van een dienst omdat het algemene en niet het individuele belang wordt gediend bij deze vergunningen

Milieubeheer (titel 2)

Niet toegerekend, kosten zijn vooralsnog wettelijk niet verhaalbaar

Legalisatie (titel 2)

Niet toegerekend, kosten van legaliseringswerkzaamheden zijn niet verhaalbaar omdat een handhavingstaak niet is te herleiden naar een individueel verleende dienst

  • Marktgelden

Een deel van de kosten worden verhaald op kooplieden die een standplaats innemen voor de verkoop van hun waren. De tarieven zijn ongewijzigd in samenhang met de relatie tot de precariobelasting.

  • Haven, brug-, sluis en veergelden

We streven er niet naar om alle kosten te verhalen op de gebruikers van haven-, brug-, sluis- en de veergelden (HBSV-gelden). Ook andere (niet betalende) gebruikers hebben profijt van deze infrastructurele voorzieningen. De kosten die we jaarlijks maken ten behoeve van ons watergebied zien we terug bij de HBSV-gelden. Ongeveer een derde van de kosten verhalen we op de gebruikers van voorzieningen die we treffen om ons watergebied te onderhouden en zo aantrekkelijk te maken voor het (vaar)toerisme. Het overige deel betalen we uit de algemene middelen of wordt op indirecte wijze gefinancierd uit de vrije belastingen.

Beleidsuitgangspunten havengelden:

Onderwerp

Beleid

Bagger- en oeverkosten

De oeverkosten worden op basis van werkelijke inkoopcondities doorberekend. De baggerkosten zijn toebedeeld aan de taakvelden (verordeningen): riolering en economische havens & waterwegen. Een deel van de kosten betalen we via de algemene middelen

Deze pagina is gebouwd op 09/13/2024 08:48:58 met de export van 09/13/2024 08:36:08